De echte liefhebber van de puurste aller zeesmaken ziet de delicate smaak van de (natuurlijk rauwe) oester het liefst vergezeld gaan van een frisse, zeer droge witte wijn. Champagne voldoet natuurlijk altijd. Maar wie even genoeg heeft van al die bubbles (!) hoeft niet te wanhopen. Er zijn, zo herontdekte ik in Angers, alternatieven genoeg.
Het verhaal achter deze column gaat over één van deze alternatieven en vindt plaats in het midden van de jaren ‘80 toen het nuttigen van een ‘demi douzaine’ helemaal HOT was. De grote voorbeelden waren de restaurants in Parijs die buiten het restaurant met ijs gekoelde toonbanken met oesters hadden staan.
Joop B. u kent hem wel) was net weer terug van een oriëntatiebezoekje aan het grote voorbeeld waar alles gebeurde: Parijs! Oesters waren het helemaal en dat zou het in de Kersentuin ook worden. En de wijn die genuttigd moest worden was zo ongeveer het goedkoopste wat in Frankrijk te koop was en zat barstensvol mineralen. Joop zocht iets wat aan de monding van de Loire en nabij Nantes in die tijd samen met een ‘half dozijn’ gewoon naast de oesterbakken op het strand gedronken werd. Dus kreeg de voor de wijkelder van de Kersentuin verantwoordelijke meester (u kent hem wel) de opdracht om het spul op voorraad te nemen. Als Internet al bestond had ik er in ieder geval nog nooit van gehoord dus kwamen de catalogi van de diverse importeurs ter tafel en zoeken . . . Een van de importeurs van Muscadet kon mij vast wel verder helpen! Maar neen! De producent die zij vertegenwoordigden maakte het wel maar een zo arme, zure wijn wilden de inkopers van Maison Niels de Veye niet in het assortiment opnemen.
Dus belde ik zelf de firma Sauvion op hun Château du Cléray om te zien wat de mogelijkheden tot exporteren/importeren waren. Het geluk was met mij! Hun exportmanager, Marie-Paule Leroux, was op dat moment in Nederland. Dus maakten we direct een afspraak. Enkele weken later was de eerste lading binnen en Joop verkocht het product van mijn zoektocht als een dolle onder het uitroepen “het mooiste uit de zee met het zuurste dat de aarde voortbracht! GROS PLANT!” Het leek helemaal niet positief maar zo bedoelde hij het wel. Toen enkele weken later opnieuw een bestelling werd gedaan kreeg ik samen met de factuur een brief van het Château (en uit de typemachine) met de volgende mededeling: “. . . et je dois dire que la maison Sauvion est très fière d’avoir un client – en vérité, son seul et unique! – qui vende du Gros Plant en Hollande”. De brief met aangehecht visitekaartje heb ik toentijds in het boek van Hubrecht Duyker over Champagne, Loire en Elzas weggestopt en ik kwam het laatst tegen toen ik wat over Champagne wilde opzoeken.
Toen 3*** sterren chef Roger Vergé, naast Bocuse en Lenôtre, één van de groten van de toenmalige en ook nog huidige Franse keuken en eigenaar van le Moulin des Mouges, in de Kersentuin te gast was wilde men zich, onder aanvoering van Joop, van zijn beste kant laten zien. Dus dat ze ook in Amsterdam niet gek waren, en daarom kwamen er oesters in combinatie met Gros Plant ter tafel. De reactie van Roger Vergé: MERDE! Hij kon het niet waarderen. (met dank aan Joop Braakhekke voor deze toevoeging)
Château du Cléray is één van de oudste bezittingen in de Muscadetstreek. Op de 38 ha. wijngaard is 36,5 ha. bepland met Sauvignon blanc, 1 ha. met Chardonnay en maar liefst een ½ ha. met Gros Plant. U begrijpt, gezien het aantal hectares, daar is vraag naar! Over de druivenstokken blaast met regelmaat een oceaanwind die lokaal “le Vent d’Ange” genoemd wordt. Deze wind doet de oogst goed. Oogst = le Vendange en die woordspeling maakt het nog leuker!
Αἴολος of Aiolos, of in het Frans Eolie, is de god van de wind. Deze wind is de reden dat de wijngaarden van Château du Cléray ook wel de regio van Eolie genoemd worden.
“Ter leering ende vermaeck” is het logisch dat u ook iets over de Gros Plant, die officieel Gros Plant du Pays Nantais heet, leert. Dat ben ik aan mijn stand verplicht. De druif is ook gekend als Damery of Hivernage, maar wereldwijd veel bekender als de Folle Blanche, één van de druiven waar uiteindelijk Cognac en Armagnac uit voortkomt. Helaas wordt de druif er in die regio een beetje uitgedrukt door de Ugni Blanc en Colombard. In Zuid-Frankrijk, met name de Gers en de Côtes de Saint-Mont, komt de druif voor als Piquepoul of Picpoul. In alle gevallen een wijn met hoog zuur die jong genoten dient te worden. De goedgekoelde 2010(ik zou nu en dat is intussen 2013 de oogst van 2012 kopen) is, als het hoog zomer is, en vòòr de tent of de caravan in Frankrijk een prima partner! Schaaltje oesters erbij en smullen als God in Frankrijk! Omdat de wijn nog steeds zeer betaalbaar is, als u hem al kunt vinden, vermoed ik dat ze de flessen binnenkort gaan vervangen voor beugelflessen zoals wij ze nog van Exota kennen! Toen ik enkele weken geleden de Salon des Vins de Loire in Angers (zie eerdere en nog komende berichten) bezocht, kon ik dus niet aan de stand van Sauvion voorbijgaan zonder met Yves (van www.krimpenfort.nl) een glas Gros Plant te savoureren. En wie weet, misschien was Marie-Paule er nog wel! Ik weet dat ik het een zeer charmante Française vond! De alleroudste medewerker in de stand kende haar nog wel, maar meldde dat ze in 1991 was verhuisd. Omdat ik toch niet veel zinnigs te doen had Google’de ik haar. Na enig zoeken kwam ik via LinkedIn uit bij een dame die sinds 1991 in Tasmanië woont, getrouwd is met Alain die een oenoloog is, en zij is lokaal beroemd als schrijfster van het boekje “A frog in the Billabong” of “La grenouille dans la Billabong” Een boekje vol anekdotes over haar eerste jaren in Tasmanië.
—
Tot zover
Chris Koot